Veel ouders zijn nuchter en kunnen goed relativeren. Ook bij heftige emoties van hun eigen kinderen. Als onze kinderen heel blij zijn, juichen we deze emotie toe. Maar als ze bijvoorbeeld heel boos zijn kappen we het vaak af.
Dat doe ik als moeder zelf ook, ondanks dat ik weet dat dat niet helpt. Soms de situatie zelfs erger maakt. Het is een onbewust patroon dat start voordat ik het door heb. En dat terwijl alle emoties er mogen zijn en ook een functie hebben. Het zegt vooral iets over hoe wij als volwassenen ermee omgaan. En geleerd hebben om bepaalde emoties binnen te houden.
Neem de teleurstelling die kinderen wel eens hebben als een speelafspraakje niet doorgaat. Dat moment dat de school uitgaat. Overal krioelende kinderen, fietsen, veel geluid en vooral chaos. In deze chaos willen je kinderen graag een speelafspraakje plannen. En laat dat nou net niet altijd lopen zoals zij bedacht hadden. Mega teleurstelling. Wat er dan gebeurt is dat je automatisch zegt “ach kom op, we gaan gewoon zelf wat leuks doen” of “ je kan toch morgen samen spelen?”.
Herkenbaar?
De reactie van mijn eigen kinderen varieert per kind, maar kan uitmonden in een woedeaanval, huilen, tot aan optrekken van hun schouders en weer gefocust zijn op wat anders. En dit is zomaar een voorbeeld. De kinderen die ik begeleid in mijn praktijk zitten allemaal in een situatie waar meer speelt. Een overleden ouder, een ziek familielid of een scheiding.
Vanuit mijn werk ervaar ik dat het erkennen van emoties altijd tot iets positiefs leidt. Dus niet over het gevoel van je kind heenstappen, maar stilstaan bij de emotie. “Wat vervelend dat je nu niet kan spelen terwijl je er zoveel zin in had”. Een opmerking zoals deze kan al veel doen. Je kind voelt zich gezien en zijn gevoel wordt erkend. Verandert overigens niets aan de situatie, maar neemt wel lading van de situatie af. En dat werkt dus ongeacht de aanleiding.
Waarom doen we dat dan niet altijd vraag ik me hardop af? Het heeft onbewust te maken met het wegpoetsen van (negatieve) emoties bij onze kinderen. Wegpoetsen, zo noem ik het in ieder geval. Iedere ouder ziet zijn kind nou eenmaal liever blij dan bang, boos of bedroefd. Helaas ervaren onze kinderen ook deze emoties en is het onze taak als ouder om ze ook hierin toe te juichen en te helpen navigeren.
Een voorbeeld hoe dat te doen? Ik zei laatst tegen mijn zoontje van 6 die heel boos was of het hem zou helpen om een paar keer keihard in een kussen te stompen. Alle boosheid eruit te slaan. Want boos zijn op iets of iemand is heel gewoon. Hij keek me aan en zei “mam, doe even normaal, ik ga echt niet in een kussen slaan”. Oh, ok. Dat werkt dus kennelijk niet bij hem.
De angel was er overigens wel uit dus ergens had ik toch de juiste snaar te pakken.